De naalden van je naaimachine, misschien wel het meest onderschatte naaiattribuut. Maar o zo belangrijk. Want met de verkeerde naald kun je jouw stof (en dus je werkstuk) compleet verpesten. En – needles to say 😉 – dat wil je niet.

• Voor gangbare stoffen zonder rek (bv katoen) kies je een universele naald. Dunne stof = 70. Medium stof = 80. Dikke stof = 90.
• Bij dunne, kwetsbare stoffen (bv viscose) kies je een microtex naald. Super kwetsbaar = 60. Doorgaans = 70. Anders = 80.
• Voor geweven stoffen met elastaan = stretchkatoen, kies je een Stretchnaald.
• Werk je met rekbare stoffen aka tricot aka jersey aka punta en ga zo maar door = Superstretchnaald
• Dikke, stevige stof? Jeansnaald. Hoe dikker de stof, hoe dikker de naald.
• Heeft je lockmachine nieuwe naalden nodig? Kies altijd (echt altijd!) voor Overlocknaalden.

Het is verstandig om na verloop van tijd de naald van je naaimachine te wisselen. Want ze worden bot na veel gebruik en wisselende stoffen. Bovendien breken ze wel eens. Dus een setje achter de hand is altijd (altijd!) een goed idee.